Offline vs online
Interview door Stijn Buyst
Ook studenten muziek van het Kask & Conservatorium stuurden Sungazer hun vragen voor dit gesprek (zie onderaan). Voor het concert ontmoeten ze de band nog in een Masterclass.

In het Future Jazz-duo Sungazer brengen bassist Adam Neely en drummer Shawn Crowder een mengeling van explosieve fusion, progressieve rock en eclectische elektronica. Minstens zo fascinerend is de manier waarop ze omgaan met hun publiek.
Adam Neely stuurt vanop zijn Youtube-kanaal - met 1,8 miljoen abonnees - de meest uiteenlopende inhoud de wereld in. Over zijn ervaringen in een trouwfeestorkest maar evengoed geavanceerde muziektheoretische colleges.
Het leverde Sungazer een jong publiek op dat hen op handen draagt en aan het eind van een concert, in plaats van de obligate ‘one more song’, unisono om een exotische maatsoort roept.
Hoe navigeer je je als muzikant in een digitale, zich steeds vernieuwende wereld? Wanneer we het duo spreken, hebben ze net het tweede deel van hun Amerikaanse tournee achter de rug.
Lopen die tours tegenwoordig al wat vlotter dan we in de vlogs van jullie jonge jaren konden zien?
Adam: ‘Door veel te touren hebben we nu veel meer verstand van dingen als het uitstippelen van routes en mentale gezondheid. We dromen hier al zo lang van, dat we er nu volop invliegen: we hebben 56 shows gepland in Noord-Amerika en Europa. Maar het is ontzettend belangrijk dat je goed voor jezelf zorgt als je zo intensief tourt.’
Een onvergetelijk fragment uit die vroege tourvlogs is wanneer jullie Ableton-software middenin een concert besliste om een auto-update te runnen.
Adam: ‘Dat zo’n show in de soep loopt is een verhaal dat werkt op social media natuurlijk, maar we hebben echt moeten afleren om dat trucje te herhalen. Voor je het weet sta je bekend als die band waarbij alles altijd misloopt.
We hebben ondertussen wel geleerd om vóór een tour een zo stabiel mogelijk livesysteem op te bouwen, dat ons op het podium alle vrijheid geeft om gewoon te spelen. Zo kunnen we ons gewoon op onze instrumenten concentreren.’
Jullie touren nu met jullie tweede plaat ‘Against the Fall of Night’. Waarin verschilt die van jullie eersteling ‘Perihelion’?
Adam: ‘‘Perihelion’ was een typisch pandemie-album, met Shawn en ik die tracks naar elkaar heen en weer stuurden. Dat was een heel gefragmenteerde werkwijze, waarbij we cool klinkende dingen bij elkaar schreven zonder erover na te denken dat we ze ooit live zouden moeten spelen.
Er stond ook een ontzettend knappe track op, waarvoor ik live heel de tijd een bass-patch op een synth moest indrukken. Nu, ik ben Adam Neely en ik wil dat helemaal niet, ik wil bas spelen.’
‘Against the Fall of Night’ is veel meer vanuit een livesituatie gecomponeerd: we wilden nummers schrijven die we avond na avond kunnen spelen.
Sungazer is een duo, maar jullie worden bijstaan door wisselende gastmuzikanten. Saxofonist Jared Yee is een vaste waarde, met wie spelen jullie tegenwoordig nog?
Adam: ‘We spelen heel vaak met Button Masher, een toetsenist die aan de slag gaat met de computerspelgeluiden van Super Nintendo en Sega Genesis en daar heel gekke dingen mee doet binnen onze fusion jazz.
Naar Gent komt Joshua de la Victoria mee, die uit de progrock en progmetal komt. We houden ervan om die klanken in te passen in het Sungazergeluid.’
Vanwaar eigenlijk het idee om als duo aan de slag te gaan?
Shawn: ‘Toen we tien jaar geleden begonnen, gebeurden er in New York heel opwindende dingen. Dana Hawkins en Evan Marien, die bas speelde in Allan Holdsworths (favoriete progrockgitarist van Eddie Van Halen, sb) laatste band, hadden een duo waarin ze elektronische muziek combineerden met jazzimprovisatie.
Adam: Ik herinner me dat we ze zagen spelen en we zeiden tegen elkaar: dit is het coolste concept ooit, laat ons daar onze versie van maken. Je moet weten dat we Sungazer heel lang als een zijproject bekeken.
Het was pas toen we op tour gingen met Shubh Saran dat we beseften dat er misschien wel publiek was voor wat wij deden. We speelden voor kleine zalen, maar mensen waren heel enthousiast.
Het was pas toen we op tour gingen met Shubh Saran dat we beseften dat er misschien wel publiek was voor wat wij deden. We speelden voor kleine zalen, maar mensen waren heel enthousiast.
Adam Neely
Over duo’s gesproken: wie is jullie favoriete ritmetandem allertijden?
Adam: ‘Ik denk aan ‘Flood’, een liveplaat van Herbie Hancock, waarop Mike Clark en Paul Jackson Jr. prachtig op elkaar inhaken. Da’s wellicht de beste ritmesectie die ik in mijn leven hoorde.’
Shawn: ‘Dennis Chambers (Parliament, John Scofield, maar ook de huisdrummer van het Sugar Hill-label), heeft twee soloplaten waarop hij met Gary Willis, de bassist van Tribal Tech speelt. Een obscure keuze misschien, maar die twee zijn een ongelofelijke, groovy combinatie.’
Adam: ‘Wat me opvalt aan onze beide keuzes is dat ze allebei een heel vloeibare combinatie van bas-drum brengen. Ze haken helemaal in elkaar, maar nooit op een rigide manier. Dat is eigenlijk waar wij ook op mikken. We zijn er nog lang niet, maar ooit…’
JONG PUBLIEK

Elektronica is een belangrijk deel van jullie geluid. Jullie lenen weliswaar elementen uit het verleden, maar tegelijk is het ook heel erg muziek van vandaag. In die rare maatsoorten hoor ik zelfs echo’s van Squarepusher of Aphex Twin. Waren dat ook invloeden?
Adam: ‘Die invloed zit er waarschijnlijk wel in door te luisteren naar acts die er rechtstreeks beïnvloed door waren. Zelf luisterde ik in die periode vooral naar dingen als Rage Against The Machine en System Of A Down.’
Jullie hebben een heel jong publiek. Dat is redelijk uitzonderlijk in jazz.
Shawn: ‘We beseffen dat het bijzonder is, maar we mikken er niet op. We spelen gewoon de muziek die ons aanspreekt. Op onze laatste tour zorgde dat bij Adam voor een memorabel moment.’
Adam: ‘We speelden in The 9:30 Club, in Washington, D.C., waar ik opgroeide. En toen stond ik dus plots voor een piepjong publiek, op hetzelfde podium waar ik twintig jaar eerder met mijn vader naar Victor Wooten ging kijken.
Veel van die jongeren kennen ons via YouTube, en veel van hen volgen ook een muziekopleiding. We zijn natuurlijk beïnvloed door muzikanten van vroeger, maar ik geloof dat je alleen de muziek van je eigen tijd kan maken. En volgens mij resoneert dat bij die jonge mensen.’
Wat bijzonder is aan jazz, is dat jonge muzikanten vaak met absolute veteranen samenspelen.
Adam: ‘Dat intergenerationele aspect mis ik soms wel, nu we zoveel met deze band spelen. Begrijp me niet verkeerd: I love my guys, maar ik zou tijdens onze Europese tour wel wat lokale jamsessies willen bijwonen.’
Adam, een jaar geleden kondigde je aan dat je jouw YouTube-activiteiten zou terugschroeven, omdat je voelde dat het een beetje in de weg begon te lopen van Sungazer. Wat zou je een jonge muzikant vandaag aanraden?
Adam: ‘Maak dat je heel goed wordt in muziek.
Bill Evans zei ooit: "Zorg goed voor de muziek, want de muziek zal voor jou zorgen.” Maar ik ben ondertussen een opa op sociale media, dus het is moeilijk om daar nog advies over te geven.
Ik kan wel zeggen dat het belangrijk is dat je iets te vertellen hebt. Zolang je je ambacht niet onder de knie hebt, is het heel moeilijk om mensen te laten luisteren. Werk dus aan je muziek, voordat je je met de communicatie gaat bezighouden.’
"Zorg goed voor de muziek, want de muziek zal voor jou zorgen.”
Bill Evans
Was YouTube voor jou een soort dagjob, zoals andere muzikanten lesgeven?
Adam: 'Goede vergelijking. Ik werk nu halftijds: ik maak nog steeds YouTube-video’s, maar alleen als ik iets te zeggen heb, niet meer elke week. En omdat we nu veel touren, krijg ik veel ideeën, maar ik spaar ze op, om ze uit te werken in de maanden tussen tours.’
Jullie vlogs gaan over veel meer dan muziek alleen. Ik herinner me een video waarin je uitzoekt waarom elke artiest de laatste twintig jaar de woordcombinatie “stuck in the middle” op dezelfde melodie én ritme zingt. Kruipt daar veel research in?
Adam: ‘Ik denk dat we allebei onze video’s heel grondig researchen. Voor mij is het ook een manier om bij te leren.
Zonder op te scheppen: ik weet al redelijk veel over muziektheorie. Dus is het interessant om onderwerpen aan te snijden die raken aan thema’s buiten de muziek. Linguïstiek is een hobby van me, dus ik vind het fijn om onderzoek te doen naar zo’n fenomeen.
Maar ik sla de bal ook voortdurend mis hoor, en dat laten mensen me voortdurend en pijnlijk gedetailleerd weten in de comments. Maar of het nu over muziektheorie, neurowetenschappen of linguïstiek gaat: ik probeer het verhaal dat ik vertel altijd zo goed mogelijk te onderbouwen.’
Je doet ook feedbackvideo’s, waarbij je ingezonden stukken muziek analyseert en bekritiseert. Is dat geen evenwichtsoefening?
Adam: ‘Ik zie die video’s als korte privélessen. Maar het is een rare positie, want ik geef mensen feedback en advies over iets heel persoonlijks, terwijl er een heel publiek meekijkt en klaar staat om kritiek te geven.
Om echt les te geven heb je meer interactie nodig: 'dat is andere koek dan een YouTube-video.’
BOBSLEE-TIJD
Voorafgaand aan jullie concert bij Ha, doen jullie ook een workshop met studenten van KASK & Conservatorium Gent. Een paar studenten hebben me alvast wat vragen ingefluisterd. Tibo Polleunis vraagt hoe jullie het evenwicht bewaken tussen technische vaardigheid en emotionele expressie.
‘Het is geen keuze tussen het een óf het ander. Een goede techniek is een van de sleutels om een emotionele boodschap te brengen. Je moet je ideeën op je instrument kunnen uitdrukken, om de emotie over te brengen.’
Shawn Crowder
Shawn: ‘Het is geen keuze tussen het een óf het ander. Een goede techniek is een van de sleutels om een emotionele boodschap te brengen. Je moet je ideeën op je instrument kunnen uitdrukken, om de emotie over te brengen.’
Adam: ‘Ik begrijp de vraag wel. Als je muziek studeert, wordt je helemaal geconsumeerd door de technische aspecten. Dan kan het gebeuren dat je even de voeling kwijt raakt met dat gevoel waarom je aanvankelijk zo opgewonden was om muziek te gaan maken. Maar op een gegeven moment komen die twee terug bij elkaar.’
Jesse Vandecaetsbeek wil graag weten of er muziek is waar je aanvankelijk niet van hield, of zelfs op neerkeek, maar die je hebt leren appreciëren omdat je ze moest spelen, op school of voor een job.
Adam: ‘Ik heb heel vroeg geleerd om niet neer te kijken op muziek omdat die toevallig populair is. Ik kijk wel neer op slechte muziek.
Ik ben bepaalde muziek gaan haten omdat ik ze moest spelen. Ik heb vijf jaar in trouwfeestorkesten gespeeld – reggaeton spelen op trouwfeesten: heerlijk!
Maar in de VS bestaat er dus een genre dat speciaal geschreven is voor de openingsdansen op huwelijken – vader-dochter en moeder-zoon-dansen – dat ik hartgrondig haat. Het is pure rotzooi: stroperige ballads met heel cringy teksten.’
Nog een vraag van Jesse: hebben jullie ooit aangevoeld dat jullie evolutie stagneerde? En hoe ga je daar mee om?
Shawn: ‘Ik denk dat inspiratie daarbij belangrijk is. Gewoon naar muziek luisteren kan al een oplossing zijn. Het is belangrijk jezelf tijd en ruimte te gunnen om te spelen en gewoon te kijken wat eruit komt. Als je studeert moet je die stof tijd geven om zich te nestelen in je onderbewustzijn.’

Daan Vekeman wil weten welke oefeningen en methodes het meeste invloed hebben gehad op jullie capaciteiten.
Adam: ‘Met losse oefeningen bereik je heel weinig. Ik laat jonge bassisten heel veel oefenen, maar daar zit niet één oefening bij die the golden thing is.
Een oefening dient een doel, en past in een breder geheel. Voor bas alleen al heb je oefeningen voor fretboard-beheersing, techniek, gehoortraining, ... Alleen met een combinatie van die verschillende oefeningen kom je ergens.’
Shawn: ‘Mijn leraar Mike Mangini heeft daar een boek over geschreven, ‘Rhythm Knowledge’, en dat gaat niet over wat je oefent, maar staat boordevol principes en advies over hoe je oefent.’
De mooiste vraag komt van Ruben Van Hijfte: welke melodie biedt jullie troost en welke melodie gebruiken jullie om jezelf moed in te blazen?
Adam: ‘Ik betrap mezelf er soms op dat ik ‘he’s got the whole world in his hands’ neurie, een volksliedje uit mijn jeugd. Maar ik gebruik melodieën eigenlijk niet om mezelf te troosten. Wat moed betreft… (denkt na)
Ah! ‘Feel the rhythm, feel the rhyme, get on up, it’s bobsled time!’’
Shawn: 'Dát is het antwoord!’
Adam: ‘Dat is een catchphrase uit de bobsleefilm ‘Cool Runnings’, die we voor elk optreden in een cirkel scanderen. Je kan wel zeggen dat we daarmee wat moed tanken.’
‘Feel the rhythm, feel the rhyme, get on up, it’s bobsled time!’’
Adam Neely
Tot op het concert!

Sungazer
Zinderende fusionjazz + Ha Jam Session
20:15 Tickets